Kidsproof, Landschap, Natuur

Ga op zoek naar de ‘Big Five’

Ga op zoek naar de ‘Big Five’

Je hoeft niet naar Afrika om op zoek te gaan naar de ‘Big Five’. Nationaal Park De Alde Feanen heeft namelijk zijn eigen ‘Big Five’. Trek eropuit voor een ontmoeting met onderstaande bewoners.

Ree
Dit is het grootste zoogdier in De Alde Feanen. Overdag houdt de ree zich vaak schuil in de begroeiing. In de vroege ochtend en ’s avonds zie je ze geregeld in de graslanden.

• Reeën zijn uitstekende zwemmers.
• In De Alde Feanen leven ca. 200 reeën.
• Alleen de mannen (bokken) dragen een gewei.

Zeearend
Deze enorme roofvogel broedt in De Alde Feanen. Zie je paniek onder de eenden en ganzen? Grote kans dat de zeearend in de buurt is!

• De zeearend wordt ook wel ‘vliegende deur’ genoemd. Dit vanwege zijn enorme spanwijdte (2,40 meter) en brede vleugels.
• Zeearenden zijn pas na 5 jaar volwassen en kunnen tientallen jaren oud worden.
• Zeearenden eten vooral vis, watervogels en aas.

Roerdomp
Deze zeldzame reigerachtige houdt zich vooral schuil in rietvelden. Hij is dol op vis, muizen en grote insecten.

• De roerdomp is een meester in camouflage. Bij gevaar schiet hij in de paalhouding en wordt dan één met het omringende riet.

Foto roerdomp gemaakt door Hans Pietersma.

Ooievaar
Deze opvallende vogel valt bijna niet te missen en is overal in en om De Alde Feanen  aan te treffen.

• De ooievaar staat bekend als brenger van geluk (en baby’s).
• Midden jaren ‘70 was de ooievaar bijna uitgestorven in Nederland. Dankzij herintroductie gaat het nu weer goed met de populatie.
• De vleugelspanwijdte bedraagt 1,55 tot
1,65 meter.

Aalscholver
Deze watervogel komt het hele jaar voor in De Alde Feanen. Hij jaagt met name onder water op vis.

• In de bomen van de Prinsehôf, aan de kant van de Grutte Krite, broeden jaarlijks rond de 200 paar aalscholvers. Vanuit de vogelkijkhut De Ielgoes zijn ze goed te zien.
• Aalscholvers kunnen tot wel 30 meter diep duiken!
• Tijdens het duiken, loopt het verenkleed vol water. Om na het vissen weer te kunnen vliegen, moeten de veren eerst opdrogen. Vandaar dat aalscholvers geregeld met uitgespreide vleugels op de kant staan.