In Nationaal Park De Alde Feanen komen ontzettend veel insecten voor. Zo vliegen er ’s nachts alleen al 400 verschillende soorten nachtvlinders rond. Iedere insect hoe groot of klein deze ook is, heeft zijn of haar eigen belangrijke rol in het geheel. Zonder deze kleine wondertjes zou al het grote niet bestaan. Daarom vonden wij dat het tijd werd om de cruciale rol van enkele insecten die voorkomen in De Alde Feanen eens onder de loep te nemen. En jou mee te nemen in deze wonderlijke wereld.
Insecten en biodiversiteit
Waar we als mens niet vaak genoeg bij stil staan is dat insecten wereldwijd een groot deel van de biodiversiteit vormen. Zo zijn ze opruimers van de natuur, dienen ze als voedsel voor vele dieren maar ook kunnen we niet zonder insecten omdat deze essentieel zijn voor de bestuiving van plantensoorten en ons eigen groente- en fruitgewassen. Kortom, zonder insecten kunnen we niet!
Vlinders in De Alde Feanen
Dat er 400 verschillende soorten nachtvlinders voorkomen in NP De Alde Feanen zegt al veel over de kwaliteit van het gebied. Maar waarom is het zo belangrijk dat bepaalde insecten op de juiste plaats te vinden zijn? Dat heeft alles te maken met de bestuiving. De Alde Feanen is een waar paradijs voor verscheidene insecten, waaronder nachtvlinders. De bloemen van de Wilde kamperfoelie, de liaan van het moerasbos, gaan pas ‘s avonds open en ruiken heel sterk. Waardoor de nachtvlinders essentieel zijn in dit verhaal. Deze plant is dus afhankelijk van bepaalde nachtvlinders voor zijn bestuiving. Geen nachtvlinders, geen kamperfoelie.
Een plant die niet alleen belangrijk is voor de vlinders in het gebied maar ook voor de mens zelf is de Gewone valeriaan. Deze inheemse plant komt vaak voor op natte plekken langs het water of in rietland. De wortelstokken worden voor diverse doeleinden gebruikt in de kruidengeneeskunde. In De Alde Feanen groeit zelfs de Kleine valeriaan. Het is een goede drachtplant (nectar en stuifmeel) voor bijen, maar ook voor vlinders en vele andere insecten. Vroeger was dit een hele algemene plant en kwam dan ook veel voor in hooilanden. Tegenwoordig is het een zeer zeldzame plant, goed op letten dus tijdens je wandeling. Wie weet spot jij dit zeldzame exemplaar wel.
Zo zie je maar dat alles met elkaar is verbonden. En het één niet zonder het ander kan.
Een plant die niet alleen belangrijk is voor de vlinders in het gebied maar ook voor de mens zelf is de Gewone valeriaan. Deze inheemse plant komt vaak voor op natte plekken langs het water of in rietland. De wortelstokken worden voor diverse doeleinden gebruikt in de kruidengeneeskunde. In De Alde Feanen groeit zelfs de Kleine valeriaan. Het is een goede drachtplant (nectar en stuifmeel) voor bijen, maar ook voor vlinders en vele andere insecten. Vroeger was dit een hele algemene plant en kwam dan ook veel voor in hooilanden. Tegenwoordig is het een zeer zeldzame plant, goed op letten dus tijdens je wandeling. Wie weet spot jij dit zeldzame exemplaar wel.
Zo zie je maar dat alles met elkaar is verbonden. En het één niet zonder het ander kan.
Libellen
Door de vele waterplanten in De Alde Feanen kun je deze prachtige gevleugelde insecten niet missen tijdens een wandeling. Libellen worden verdeeld in twee groepen. De echte libellen en de juffers. Omdat de waterkwaliteit in De Alde Feanen goed is groeit er op veel plekken Krabbenscheer, welke de prachtige Groene glazenmaker aantrekt. De Groene glazenmaker is in Nederland gebonden aan krabbenscheervegetaties en komt uitsluitend voor in laagveengebieden. Vandaar dat De Alde Feanen de perfecte plek is voor deze bijzondere libelle.
Wist je dat libellen de grootste tijd van hun leven doorbrengen als larf? Jarenlang leeft een libelle als larf in het water. Na het vervellen verandert de larf binnen enkele uren naar een volwassen libelle. Als de vleugels opgepompt en droog zijn kan de libelle vliegend van zijn nieuwe maar korte (1 tot 6 weken) leven gaan genieten. Bekijk hier hoe een larve een libelle wordt.
Foto libelle It Fryske Gea.
De eitjes overwinteren ook in de krabbenscheerplanten. De larven leven tussen de bladen van krabbenscheerplanten, meestal in dichte krabbenscheervegetaties. Ze zijn daar door de stekelige bladen goed beschermd tegen predatie door vissen. De larven overwinteren één (soms twee) keer.
Door de juiste waterkwaliteit is er naast de grote hoeveelheid Krabbenscheer ook de prachtige Waterviolier te vinden. Oorspronkelijk komt deze plant voor in Zuidwest-Frankrijk, Oost-Europa, Midden-Europa en Midden-Engeland. In De Alde Feanen komt op sommige plekken kwelwater(grondwater) aan de oppervlakte voor en daardoor voelt de Waterviolier zich hier helemaal thuis.
Foto Krabbenscheer It Fryske Gea.
Bijen en Hommels
Je hebt ze vast alweer zien staan. De krokkussen schieten de grond uit. Wat een heerlijk gezicht en ieder jaar weer een prachtig teken dat de lente is begonnen! De wereld om ons heen verandert weer langzaamaan, er komt weer meer kleur in de natuur en de bomen openen alweer de eerste knoppen. Maar zonder de hommel als geniale bestuiver, hadden we al deze pracht en praal niet. Net als bijen zijn hommels onmisbaar in de wereld. Het zijn efficiënte bestuivers die ons ecosysteem nodig heeft om te overleven. Bevruchting is noodzakelijk om de planten in de natuur te laten voortbestaan en de biodiversiteit in stand te houden. Bijen en hommels zijn dus essentieel en verdienen daarom onze volle aandacht. Wist je bijvoorbeeld dat de slobkousbij (de slobkousbij is een kort en breed gebouwd bijtje met weinig beharing) verbonden is aan de wederik? Overal waar de wederik groeit zal dit bijtje ook opduiken.
Ook de vroegbloeier als Klein hoefblad in De Alde Feanen worden frequent bezocht door hommels. De hommelkoninginnen vliegen er in warme winters al heel vroeg op uit om pollen te zoeken die ze nodig hebben voor de aanleg van een broednest. Ook honingbijen die vroeg van de wintertros af komen zoeken pollen zodat hun koningin weer aan de leg kan gaan en het broed voorzien kan worden van de noodzakelijke eiwitten. In februari bloeit er nog bijna niets, maar gelukkig is het Klein hoefblad een prima pollenleverancier!
In juni zie je weer hele andere plantensoorten. Kom je boterbloemen tegen? Onthoud dan het volgende. De boterbloem heeft een belangrijke functie als drachtplant voort voor honingbijen, hommels en vlinders. Ze halen er nectar en geel stuifmeel uit.
Tuintip: De periode van oktober tot begin november is het moment om bollen voor bijen te planten. Zo leveren Krokussen al vroeg in het jaar stuifmeel aan bestuivende insecten; in ons opwarmende klimaat zijn ze daardoor meer dan ooit van belang voor steeds vroeger uitvliegende bijen en hommels.
Ook de krokussen in De Alde Feanen worden frequent bezocht door hommels. De hommelkoninginnen vliegen er in warme winters al heel vroeg op uit om pollen te zoeken die ze nodig hebben voor de aanleg van een broednest. Ook honingbijen die vroeg van de wintertros af komen zoeken pollen zodat hun koningin weer aan de leg kan gaan en het broed voorzien kan worden van de noodzakelijke eiwitten. In februari bloeit er nog bijna niets, maar gelukkig is de krokus een prima pollenleverancier!
In juni zie je weer hele andere plantsoorten. Kom je de grote boterbloem tegen? Onthoud dan het volgende. De boterbloem heeft een belangrijke functie als drachtplant voort voor honingbijen, hommels en vlinders. Ze halen er nectar en geel stuifmeel uit. Toch blijken o.a. ook de boterbloemen zich te wapenen tegen het overdadig weghalen van pollen. Laat ze dus zo veel mogelijk staan.
Tuintip: De periode van oktober tot begin november is het moment om bollen voor bijen te planten. Krokussen leveren al vroeg in het jaar stuifmeel aan bestuivende insecten; in ons opwarmende klimaat zijn ze daardoor meer dan ooit van belang voor steeds vroeger uitvliegende bijen en hommels.
Ronde Zonnedauw
Misschien heb je er wel eens van gehoord, de Ronde zonnedauw. Dit is één van de vleesetende planten in ons gebied. Omdat deze plant zichzelf voedt met kleine insecten die aan de plakkerige haren van de ronde bladeren blijven hangen en verteerd worden door de enzymen in de sappen die de haren afscheiden, kunnen ze leven op plekken waar andere plantensoorten niet kunnen leven. Omdat ze daar niet voldoende minderalen uit de bodem kunnen halen. Omdat er in het Nationaal Park De Alde Feanen goed natuurbeheer aanwezig is komt deze zeldzame plant hier voor. Net als het Groot blaasjeskruid. Deze waterplant vangt watervlooien en andere kleine waterdiertjes om gedeeltelijk van te leven.
Orchideeën
Orchideeën zijn een groep zeldzame planten in onze flora en ze staan vrijwel allemaal op de rode lijst. De Rietorchis, de naam zegt het al, deze orchidee moet je op vochtige plaatsen zoeken. In het waterrijke gebied De Alde Feanen is deze mooie zomerbloeier dan ook geen zeldzaamheid. Bijzonder is dat de Rietorchis geen nectar bevat, zoals bij de meeste spoordragende bloemen. Veel insecten zul je dan ook niet aantreffen op de bloemen, de plant moet het onder andere hebben van zelfbestuiving om voor nakomelingen te zorgen. Hij misleidt hommels met honingmerken; de hommel zoekt tevergeefs in de bloem naar nectar en vliegt hoopvol naar de volgende bloem. Zo worden heel wat bloemen bestoven voordat de hommel het opgeeft.
Andere soorten orchideeën (die niet voor komen in De Alde Feanen) hebben weer andere maar ook erg bijzondere bestuivingssystemen. Zo bestaat er de Keverorchis. De naam zegt het al, de bloemetjes lijken op een kever waardoor bestuiving van deze orchidee weer plaatsvindt door bepaalde kevers omdat deze ‘soortgenoten’ aantrekt. Zo ook de Moeraswespenorchis, de geur lokt de insecten aan. De wesp probeert met de bloem te paren en krijgt daarbij een plakkerig stuifmeelklompje op zijn kop. Bij de volgende bloem blijft dit vervolgens ‘plakken’ en zo vindt de bestuiving plaats. De Welriekende nachtorchis geeft, wanneer het donker wordt, een heerlijke geur af om nachtvlinders aan te trekken. En Hondskruid wordt door vlinders bestoven en heeft een speciaal mechanisme in zijn bloemen om stuifmeelklompjes aan de lange roltong van de vlinder te plakken.
Je kunt hier paar prachtige foto’s bekijken van dit bijzondere fenomeen.
Brandnetels
En laat vooral eens de brandnetels staan. Wij mensen komen er liever niet mee in aanraking, maar brandnetels zijn heel nuttig voor de natuur. Ze vormen voor een belangrijk deel het voedsel van rupsen en zijn dus belangrijk voor vlinders als Atalanta en Dagpauwoog. Er leven wel vijftig soorten insecten op deze planten. Ook zijn brandnetels de nestplaats van sommige vogelsoorten, zoals de nachtegaal.
Wil je zelf nu ook de insecten en planten helpen in jouw omgeving? Neem dan hier eens een kijkje